Zondag 20 mei Pistoia / dag 8
Het is Pinksterzondag en de zon schijnt zo uitbundig, dat ik niets anders kan doen dan mijn bed uitkomen, want het is bloedheet op de kamer. Ik doe de deur naar het balkon een stukje open, maar durf dit niet helemaal. Door de pijnbomen in de buurt zitten er allemaal rode luizen op het balkon. Daar zitten, is levend opgegeten worden (helaas). Ik verheug me op het ontbijt, al denk ik niet dat het zo uitgebreid zal zijn als in het vorige hotel. Ik bewandel de gangen en de trappen af naar beneden, op zich is de ontbijtruimte niet slecht, maar ondanks dat ik vroeger op ben dan gepland is het buffet al grotendeels geplunderd. Er ligt alleen nog wat vlees, een soort worst, geen kaas en alleen nog de mogelijkheid voor jam. Kleine afbakbroodjes, zoals je die verpakt bij de AH vindt, liggen er wat verlaten bij. Voor een eitje moet je extra betalen. Er ligt wat fruit, maar gezien de veel fruitvliegjes waag ik mij er niet aan. En alles plakt lijkt wel….Ik hou het op de broodjes met boter en jam, en koffie, veel koffie… op een gammele stoel gezeten...
Ik ga snel mijn rugtas halen en ga onderweg naar de trein. Terwijl het in de straatjes nog doodstil is, is het op het station een drukte van belang. Veel oude mensen die naar Florence willen voor een dag, alleen die kaartmachines zijn een beetje een raadsel voor ze. Ik sta als een volleerde gids in het Engels, Nederlands en Duits mensen uit te leggen hoe de machine werkt. Ik heb nog even de tijd voor de trein komt. Mensen zijn erg blij dat ik ze help. Er is 1 service medewerker die het ook razend druk heeft en hij is blij met zijn tijdelijke assistentie merk ik. Een lach en een knipoog over en weer. Het is maar een korte route naar Pistoia, en het is geen grote bekende toeristenplek. De trein zit redelijk vol, maar ook niet te. De reis schiet echter niet op. Veel Afrikaanse vluchtelingen proberen met de trein te reizen zonder geldig kaartje (ze hebben gewoon het geld niet) en op vrijwel ieder tussenstation wordt er wel eentje van de trein afgehaald, al dan wel of niet met assistentie van de spoorwegpolitie. Het is eigenlijk best triest om te zien. Ze zijn ook niet agressief of boos, maar halen alles uit de kast om de conducteur te overreden om geen boete te geven. De meeste nemen de moeite ook niet, als ze maar uitstappen op het volgende station, en krijgen een waarschuwing dat wanneer ze vandaag voor de tweede keer betrapt worden er wel een boete volgt. De meesten van hun zijn trouwens opvallend netjes gekleed, zo ook de dames. Wanneer we eindelijk Pistoia inrijden word ik verrast door een soort van openluchtmuseum van antieke treinstukken. Oude locomotieven en wagens staan daar weg te roesten op een rangeerterrein. Je kan het wel bezoeken, maar aangezien de informatie alleen in het Italiaans is…
Op het station wemelt het vreemd genoeg van de Afrikanen, maar ze vallen gelukkig niemand lastig. Verderop staat een politiewagen de boel ook in de gaten te houden. Ik vermoed dat ze gewoon met een groep hebben afgesproken om ergens heen te gaan. Misschien wel een kerkdienst, want velen zien eruit alsof ze hun schoonmoeder gaan bezoeken. Ik loop een stukje even met mijn navigatie, om me te oriënteren. De hoofdweg is erg druk, er zijn wat winkeltjes, maar die zijn gesloten. Overigens tellen de straten in Italië opvallend veel kapperszaken, zo ook hier. Her en der is een kleine espressobar geopend. Ik loop door, ik heb zin om de straatjes te ontdekken, ondanks dat de zon al aardig op mijn bolletje brand.
Ik ontdek al snel een zijstraat met een poort onder de oude stadsmuur door, dus daar wandel ik uiteraard meteen op af. Ik kom terecht in een andere hoofdstraat met de grote kerk Santa Domenico, museum en oratorium. Ik ga de oude kerk binnen, op het informatie bord lees ik wat interessante informatie en de kerk en het klooster dateren uit de dertiende eeuw. Er is een mis gaande voorin, voor een handje vol mensen. Dat valt me tegen, maar misschien dat de kathedraal wel voller zit. Af en toe loopt iemand naar buiten om een sigaret te roken en weer naar binnen te gaan. In Italië blijkt het niet heel ongewoon om tijdens de mis even op te staan om 5 minuten naar buiten te gaan…dat hoor ik later. Het is een mooi oud gebouw, maar helaas niet al te best onderhouden. De oude houten balken zijn geweldig, maar er zitten her en der grote scheuren in de muren. Zonde… Ik ga weer verder en kom op een pleintje uit via allerlei winkelstraatjes. Er is een boerenmarktje met streekproducten. Er komen net veel mensen uit de mis die op de omliggende terrasjes gaan zitten, voor een drankje en wat later de lunch. Er komen al heerlijke geuren uit de keukens overal. Grote families zitten aan tafels, zoals je ook eigenlijk wel verwacht in Italië. Eigenlijk wil ik ook wel ergens zitten, maar het is bomvol overal. Ik hoop een rustigere plek te vinden. Vooral een plek waar ik kan zitten. Ik loop tussen enkele straatjes door en kom via een soort kloostercomplex welke niet meer in gebruik is als zodanig in ene weer aan de hoofdstraat en een busstation. Er is een groot plein met een beeld en een soort van park, het eindigt bij een groot Romeins aandoend gebouw. Nieuwsgierig Aagje is onbedwingbaar en even later realiseer ik mij dat dit een monument is voor de slachtoffers van de Tweede Wereld Oorlog… Er zijn bankjes en ik ga even zitten in de schaduw van een van de bomen, bij de fontein. Een hond springt vrolijk heen en weer en voor zijn baas het door heeft zit hij in de fontein en sleurt zijn baas bijna mee. Ik schater het uit en zijn beduusde baas, kan gelukkig ook meelachen. Ik maak even kort een praatje met de man en wanneer de hond zich heeft uitgeschud en hij weer zijn pad vervolgt, is het ook weer tijd voor mij om verder te gaan met mijn ontdekkingstocht. Na een kleine omzwerving kom ik bij de belangrijke kerk Chiesa di St. Andrea, er staat een hele groep Italiaanse toeristen en er staat een bord met uitleg. De toegang is gratis. De kerk werd gebruikt voor met name de doopplechtigheden van mensen die zich het dopen in de kathedraal niet konden veroorloven. Dit werd gedaan door de lokale bewoners maar ook door dorpen uit de omgeving. De kerk zelf dateert waarschijnlijk al uit de 8e eeuw. Het uiterlijk van de kerk nu, dateert uit ca. 1500. De kerk ligt op de Pelgrimsroute Via Francigena. Binnen vind je een fantastisch beelhouwwerk “de preekstoel van St. Andrea” door beeldhouwer Giovanni Pisano. Aan iedere zijde wordt een ander verhaal uit de bijbel enorm gedetailleerd afgebeeld.
Na een tijdje rondgekeken te hebben, stap ik weer de zon in en wandel verder. De straten worden nauwer en in ene sta ik bij een gebouw Pistoia Sotteranea, ook niet genoemd in de brochure. Het is vandaag gesloten, maar eigenlijk is het jammer, want het is buitengewoon interessant. Je kan een ondergrondse rondleiding doen door de gangen van een middeleeuws ziekenhuis. De gangen lopen helemaal tot aan het uiteinde van de stadsmuren. Er is 1x per dag een Engelstalige rondleiding dus planning is wel noodzakelijk. Er is zelfs een oude maalmolen die zorgde voor de nodige verzorgende essentiële oliën die werden gebruikt in het ziekenhuis. De gevel is ook al de moeite waard. In 1 woord prachtig…
Ik kom langs leuke creatieve etalages, mooie smalle straatjes en het is er stil… en dan sta ik op het historische plein. Florence in het klein zou ik willen zeggen en eigenlijk Pistoia een stuk prettiger, omdat je overal rustig en ongestoord kan rondkijken zonder de mensenmassa’s.
Mijn mond valt open van verrassing. Het is hier zo mooi en vrijwel authentiek. Geen rijen toeristen, geen auto’s, rust… er is alleen een eerste hulp post. Kathedraal San Zeno is gratis te betreden. Je betaalt alleen extra voor de kapel met het massief zilveren altaar door F. Brunelleschi, een puur meesterwerk, en eventueel voor beklimming van de toren. Het is allemaal even mooi. Hier stond in de 5e eeuw al een kerkje en in 1300 is de huidige vorm ontstaan. Het aparte Baptisterium er tegenover is al even bewonderenswaardig mooi. Het Museo Civico is ook al de moeite, je kan er kunst bewonderen van onbekende lokale artiesten, de gemeente vergaderzaal die nog in oude staat verkeert en alleen al de binnenplaats met de middeleeuwse trap en de open dakstoel is zeer fraai. Alsof je een stap terug zet in de tijd van Romeo en Julliet.
Inmiddels is bij mij de honger nu wel toegeslagen, en dorst ook. Tijd om een plekje te zoeken. Er zijn veel leuke lokale restaurantjes, maar de meesten hebben net de deuren geopend en eerlijk is eerlijk, ik wil gewoon een lekker broodje. Even geen pasta. Ik kom weer terecht op het pleintje met de marktkraampjes. En daar is voor de broodjes zaak nu plaats en ik waag het erop. Binnen bestel ik een heerlijk belegd broodje en een lekker koud drankje… Na mijn late lunch, besluit ik bij de marktkooplui toch maar wat te kopen. Ik heb nog niet veel verkoopactiviteit gezien. Ik koop wat lokale honing en wat suikernootjes. Dan staat in ene een Afrikaanse jongen aan mijn arm te trekken en te wijzen op de (beste dure) suikernootjes. Ik geloof dat hij honger heeft, maar ik schrik zo van zijn handeling dat ik hem hardhandig afschud en boos wordt. Een andere jongen die bij m hoort schudt ook zijn hoofd en roept hem terug. Jemig, hij had ook gewoon om een broodje kunnen vragen of wat geld, ik ben dan echt de beroerdste niet. Maar dit is niet acceptabel en gelukkig snapt zijn vriend dat blijkbaar ook. Ik controleer nog snel even mijn spullen, maar gelukkig mis ik niets. Het had ook een afleidingsmanoeuvre kunnen zijn. De jongen staat nu hard te oreren tegen de jongen die met zijn hoofd stond te schudden en m terugriep. Hij wordt agressief en ik krijg de indruk dat hij wat gebruikt heeft. Ik maak me uit de voeten en kijk voor de zekerheid nog een paar keer achterom. Alleen reizen is op zo’n moment wel wat minder… Maar al snel ontdek ik weer wat andere leuke dingen en ben ik het voorval al weer bijna vergeten. Best grappig dat wanneer je naderhand weer je verhaal noteert en de route in je hoofd volgt je dit soort dingen in ene weer te binnen schiet.
Langzaam aan zoek ik weer mijn weg naar het station. Ik wil vanmiddag laat naar Montecatini Alto met het kabeltreintje en daar eten.





































Overigens is het station van Pistoia beslist mooi te noemen. Het is nog vrijwel geheel in de stijl van de jaren 20. Ik ga in Montecatini weer terug naar mijn hotel om me even een beetje op te frissen. Wanneer ik bezig ben en naar buiten kijk, bemerk ik dat de blauwe lucht van vandaag plaats heeft gemaakt voor behoorlijk dreigende stapelwolken. Ik hoop dat het droog blijft.
Het is een leuk ritje naar Montecatini Alto met het klassieke kabeltreintje oftewel de Funicolare (https://www.funicolare-montecatini.it/orari-e-prezzi/timetable-and-prices/) . Je kan overigens ook wandelen, maar het treintje is gewoon leuker en ik heb wel weer even genoeg gewandeld voor vandaag. Eenmaal boven aangekomen heb je een geweldig uitzicht, echter ik zie dat het wel een erg dreigende lucht wordt en ik ben nog geen 100 meter op pad en hoor het eerste gerommel al. Nog geen 200 meter verder begint het te stippelen, maar nog niets ernstigs… het miezeren blijft aanhouden terwijl ik me vergaap aan de eeuwenoude smalle straatjes en steile trappetjes. Jammer, maar het geeft niet. Als laatste besluit ik het Castello te bezoeken. Het gaat slechts om overgebleven muren en een toren. Opvallend is wel dat er meerdere kerkjes liggen aan de voet aan het Castello en wanneer je omhoog gaat via het kerkhof kom je langs een afgezet gedeelte met oorlogsmatrieel; een enorm machine geweer, een soort raketwerper en letterlijk een aantal bommen en granaten. Het doet wat angstaanjagend en onheilspellend aan. Het is al wat schemerachtig ook door de lage bewolking… En het Castello, het is een goede hangplek, want ik denk niet dat veel volwassenen hier durven de komen in het donker…het heeft een lugubere uitstraling… ik blijf niet lang en ga weer terug naar het dorpsplein met zijn gezellige restaurants en cafés. Het is nog vrij rustig, maar de vraag is ook of het met dit onzekere weer überhaupt druk zal worden. Af en toe miezert het nog steeds, maar de donder en bliksem zijn gelukkig weggetrokken.
Ik eet heerlijk en in alle rust en geniet van de restauranteigenaar en zijn familie. Iedereen kent iedereen hier in het dorp natuurlijk. De kinderen spelen op het plein. Ik geloof heilig dat het hier in het hoogseizoen heel druk en gezellig is, maar het doet nu wat triest aan. Aan het plein is ook een kapel opgericht aan de gesneuvelde mannen in de oorlog. Uit dit dorp zijn als wraak heel veel mannen en jongens afgevoerd en gefusilleerd. Zowel in 1e als 2e Wereld Oorlog is hier zwaar gevochten in verband met de strategische ligging. Sommige van de vermiste of omgekomen jongens waren niet ouder dan 12 jaar… Het dorp kent een behoorljk turbulente geschiedenis. (https://experiencedtraveller.com/journal/2016-08-21-montecatini-alto-in-tuscany-medieval-meets-modern)
Nu kan ik mooie foto’s maken van de ondergaande zon bij het uitkijkpunt trouwens. Maar wanneer ik met het kabeltreintje weer naar beneden ga, lijkt het of de hemel neerdaalt en gaat het steeds harder regenen. Ik moet flink doorlopen naar het hotel,maar word gelukkig door de velen bomen niet erg nat. Het plenst weer flink door de rest van de avond. Dus maar lekker mijn boekje lezen, wat internetten en een spelletje doen… Ik kom er nu trouwens achter dat de oude vrouw in de lobby de eigenaresse is van het hotel en de vrouw met het zwarte lange haar, haar dochter…. Ze heeft overduidelijk Parkinson, maar kan blijkbaar nog niet veel uit handen geven. Iets wat nog steeds een groot probleem is in de Italiaanse patriarchische en matriarchische samenleving, de ouderen durven niets uit handen te geven en blijven doorgaan met alles de op oude voet, terwijl de wereld om hun heen steevast veranderd.
Het was een mooie dag… ik heb genoten…




























